Het derde thema dat ik als richtsnoer voor mijn werkwijze hanteer, betreft verankering. Het gaat hier om het je werkelijk eigen maken van de handreikingen die goed en passend zijn. Het verankeren van een andere houding in je dagelijks leven of het inbedden van een nieuwe zienswijze in de cultuur van de organisatie.
Met andere woorden: de handreiking een blijvende indruk laten zijn.
Ik merk dat het vaak als lastig wordt ervaren om deze verankering goed vorm te geven. We hebben handreikingen ontvangen en gaan door met het leven van alledag. De hectiek van onze dagelijkse praktijk slokt ons op en voor we het weten, is de handreiking vergeten.
Als we in staat zouden zijn om de ervaring die we hadden op het moment dat we de handreiking ontvingen terug te laten komen, dan is de kans op verankering opeens veel groter. Deze herhaling kan gecreëerd worden. Vaak moeten we dan wel op zoek naar vormen die nieuw voor ons zijn. Nieuw in de zin van ‘anders dan we het tot nog toe doen’.
Voorbeelden kunnen zijn: het organiseren van nieuwe samenwerkingsverbanden, het organiseren van intervisiebijeenkomsten, het samenbrengen van sociale netwerken binnen organisaties, het vormgeven van leernetwerken, rituelen leven inblazen en zorgdragen dat iemand het geleerde ook werkelijk in de praktijk kan gaan toepassen. Er zijn veel manieren waarop we leerervaringen kunnen bekrachtigen en het leerproces in gang houden.
Het lijkt hierbij van belang voor ogen te houden dat er een brug te slaan valt: een brug van degene die iets nieuws heeft geleerd en de omgeving die deze nieuwe kennis wil benutten. Zowel de ene als de andere partij hebben een aandeel en verantwoordelijkheid in het slaan van deze brug. Het gaat hier om een continue wisselwerking.
Stel dat we onze lessen werkelijk zouden leren en deze blijvend zouden kunnen verankeren in de omgeving waarin we leven en werken, zou dat niet geweldig zijn?!